
Domaine Duffau
Als waterbouwkundig ingenieur bereisde wijnmaker Bruno Duffau de wereld. Hij woonde onder meer in Brazilië en later in Kenia. Gedurende zo’n twintig jaar nam hij zijn familie (echtgenote Anne en drie kinderen) mee op sleeptouw.
Aangestoken door zijn contacten (over water) met wijnbouwers in de Herault in Frankrijk, maar ook wijnmakers in Argentinië en Zuid Afrika besloot hij neer te strijken in Gaillac, een klein plaatsje noordoostelijk van de stad Toulouse. Bij helder weer zijn de besneeuwde toppen van de Pyreneeën te zien. Een deel van de vijftien hectare wijngaard van het in totaaleenentwintig hecatre tellende domein zijn eigendom. Actief werkt hij met een druif die zelden wordt gezien: de ‘loin de l’oeil’. Deze witte druif heeft iets bijzonders, de trossen groeien relatief ver (loin) van het oog (l’oeil) waar de uitloper de wijnstok verlaat. In samenwerking met een lokale universiteit werd een techniek ontwikkeld waarbij de uitloper van de wijnstok, waar de trossen aan groeien zo’n vijftien dagen voor de oogst wordt doorgeknipt. De rijping gaat echter verder én blijft het frisse in de druif bewaard. De biodynamische preparaten waar Bruno mee werkt,
door hem ‘slurry’ genoemd, worden vervaardigd uit planten die op het domein groeien; brandnetel is er één van. Deze biodynamische technieken zeggen nog niet dat Domaine Duffau volledig biodynamisch werkt, wél biologisch.
De vatenkelder is, net als alles op dit familiedomein, bescheiden van formaat. Er liggen wat vaten van 225 liter, maar ook twee van elk 500 liter. Bruno werkt bij voorkeur met Frans eikenhout uit het woud van Nevers en van de Franse vatenmaker Berthomieu.